1) Toen ik uit school kwam, nam mijn moeder me mee naar de markt.
2) Op een bepaald moment zei ze dat ik haar spulletjes moest verkopen, terwijl zij naar de kapper ging. Ze bleef lang weg. Ondertussen was het bijna tijd voor een interessante film op TV die ik graag wilde zien.
3) Ik wilde de spulletjes achterlaten en weer naar huis gaan om de film te gaan kijken, maar een stemmetje in mij zei dat ik de spulletjes van mijn moeder niet zo kon achterlaten omdat iemand ze zou kunnen stelen.
4) Ik heb naar het stemmetje geluisterd en ik ben bij de spulletjes gebleven. Toen mama terugkwam, had ik bijna alles verkocht en was ze erg blij!