1) Ik was op weg naar een sporttoernooi. Toen kreeg ik het idee om Vony van vier jaar mee te nemen.
2) Toen we bij het toernooi aankwamen, was het al laat en alle teams waren al gemaakt. Ik kon alleen reserve zijn. Terwijl ik wachtte om in te vallen, zag ik een groepje kleine kinderen spelen.
3) Ik herinnerde me die mooie zin: “Alles wat je voor de minsten hebt gedaan heb je voor Mij gedaan”. Ik ben naar de kinderen gegaan en we hebben leuk met een bal gespeeld. Na een tijdje kwamen ze me roepen om in te vallen, maar het was al laat en ik moest Vony weer naar huis brengen.
4) Het was niet gemakkelijk om nee te zeggen en niet in te vallen. Maar geduldig heb ik Vony naar huis gebracht. Mijn “partijtje” van de dag was heel anders gelopen dan ik had verwacht en toch was ik heel erg blij.