1) Ik was op de kleuterschool samen met twee van mijn vriendjes, Mirko en Lorenzo. Ze waren samen aan het spelen en bouwden een mooi lego-huis. Ze waren druk bezig toen Mirko een stuk van het huis nam en het aan een ander deel zette. Maar Lorenzo vond het niet mooi.
2) Lorenzo was een beetje boos en ging naar de juf om te vertellen wat Mirko had gedaan.
3) Terwijl de juf probeerde het goed te maken tussen hen, begon Mirko te huilen.
4) Toen ik hem zag huilen ben ik meteen naar hem toegegaan. Ik vroeg wat er was gebeurd. Toen heb ik naar hem geluisterd en hem getroost.
5) Hij stopte met huilen en een tijdje later sloot hij vrede met Lorenzo. Toen gingen ze weer samen spelen, en ik voelde een grote vreugde in mijn hart.